vrijdag 10 september 2010

Paplepel

Waarschijnlijk gilde ik goede morgen, toen ik krom de wachtkamer in liep.
Een spelende peuter in de speelhoek viel van schrik van de stoel.
Met haar kin op de tafel, dat werd dus hechten.
Maar er zijn slechtere plaatsen om gewond te raken dan een spreekkamer.
En de man met zijn been in het gips had het ook niet meer , en schopte de tafel door midden.
Dat komt omdat ik wat minder hoor, de laatste jaren.
En volgens mijn vrouw schreeuw en gil ik de hele dag.
Ik hoor mijn eigen niet best meer praten, vandaar.
Maar niemand beantwoorde mijn goed bedoelde goede morgen.
Er was ruimte genoeg in de wachtkamer, en ik ging naast een oude dame zitten.
Wilt u een pepermuntje vroeg ik haar na vijf minuten.
Beleeft sloeg ze dat af, ik zou hem maar nemen zei ik, het is echt nodig.
Gepikeerd ging ze drie stoelen verderop zitten.
Dus vrienden had ik in de wachtkamer nog niet gemaakt.
De arts zag mij lopen, en herkende gelijk mijn klacht.
Het was dan ook niet de eerst keer dat ik zo nederig bij hem binnen kwam.
Maar nu had hij een blik in zijn ogen van, binnen kort weer een patiƫnt minder.
Blijven bewegen en niets doen was zijn advies, en ik was weer buiten.
Maar het gaat mij eigenlijk om het goedemorgen, of goeden dag.
Dat werd mij vroeger met de paplepel in gegoten, het groeten als je ergens komt.
Als de pap op was moest ik die woorden oefenen, en ik ken ze dan ook nog.
De baby’s van tegen woordig krijgen na de pap een fopspeen in, leer dan maar eens praten.
Veel jonge mensen beantwoorden of zeggen dan ook geen goedendag, of wat voor groet dan ook.
Of er hangt een mobiel in hun oor, of ze zijn nog dover dan ik.
Regelmatig wil ik er mee stoppen met dat groeten, maar het zit er ingebakken.
Dus blij ik voorlopig maar goeden………. Gillen.

Geen opmerkingen: